Waar vroeger alleen halsbanden (of erger: slipkettingen) gebruikt werden, zien we tegenwoordig steeds meer hondentuigjes op straat. Ze zijn er in alle soorten en maten, maar niet ieder tuig is even prettig en zeker niet ontsnappingsproof. Hoe kies je het juiste harnas voor jouw hond?

In deze miniserie geven we handvaten voor het onbezorgd en veilig wandelen met je (adoptie)hond. Vooral viervoeters uit het buitenland kunnen in het begin angstig zijn. In het volgende deel gaan we in op het gebruik van een halsband of halfcheck. Deel 3 behandelt dubbel aanlijnen en leggen we uit welke riem je moet gebruiken (en welke juist niet).
Het beste model
Er bestaan verschillende soorten tuigen, maar grofweg zijn er twee modellen: het Y-tuig en tuigjes met een horizontale borstband. Deze laatste heeft een horizontale band die aan de voorkant rond de borst loopt en aan weerszijden vast zit aan de buikband. Als de borstband te hoog zit, kan deze tegen de luchtpijp drukken.
Het Y-tuig dankt zijn naam aan de vorm: vanaf de rug lopen er twee banden naar voren, langs de neklijn naar de borst. Hier komen ze samen en van daaruit loopt er een band tussen de voorpoten door, naar de buikband. Van voren gezien vormt dit de letter Y.
Anders dan bij een tuig met een horizontale borstband laat een Y-tuig de schoudergewrichten vrij, waardoor je hond niet belemmerd wordt in zijn bewegingsvrijheid van de voorpoten. Kleine kanttekening: de band om de buik moet wel zover naar achteren liggen, dat het tuig niet in de oksels knelt.



Anti-ontsnappingstuig
Voor honden die (wat) angstig zijn, of om een andere reden niet los kunnen lopen, is een anti-ontsnappingstuig een must. Dit wordt vaak een driepuntstuig genoemd, omdat er een extra band om de taille zit.

Als een hond achteruit deinst, kan hij zich uit zijn tuigje wurmen. Omdat de tailleband om een smaller gedeelte van het lichaam zit, wordt dit bijna onmogelijk. Maar deze extra buikband moet wel goed afgesteld zijn. Zit het niet strak genoeg, dan kan de hond zich alsnog uit het tuig bevrijden en ontsnappen.
Voor herplaatsers en honden uit het buitenland die net geadopteerd zijn, is een goed passend anti-ontsnappingstuig onmisbaar. De hond is in een voor hem nieuwe omgeving, het is onbekend hoe hij reageert op (spannende) prikkels en er is nog geen band opgebouwd met het baasje. Allemaal ingrediënten die ertoe kunnen leiden dat een viervoeter totaal onverwacht in paniek kan raken van iets. Een anti-ontsnappingstuig kan dan voorkomen dat de hond zich los weet te wurmen en zoek raakt.
Voor honden die (nog) niet los kunnen lopen, is een anti-ontsnappingstuig een must. In het onderstaande filmpje zie je hoe snel een hond kan ontsnappen uit een gewoon tuig. Maar gebruik je een veiligheidstuig in combinatie met dubbel aanlijnen, dan is je viervieter zo goed als ontsnappingsproof! Lees meer over dubbel aanlijnen in de derde blog van deze serie.
Anti-trektuig
Het zogenaamde ‘anti-trektuig’ klinkt veelbelovend, maar wees terughoudend in het gebruik. Deze tuigjes drukken op gevoelige plekken van het lichaam. Bijvoorbeeld door middel van koordjes langs de oksels. Bij verkeerd gebruik zal de hond niet minder gaan trekken, maar het wandelen steeds meer associëren met pijn en ongemak. Met een gestresste viervoeter als resultaat.
Veruit de meeste anti-trektuigjes hebben een ring voor op de borst. Wanneer de hond spanning op de lijn zet, haalt hij zichzelf uit balans doordat hij opzij getrokken wordt. In combinatie met de stress en dus gespannen spieren, raakt uiteindelijk het hele lichaam scheef en is een bezoekje aan de osteopaat nodig om dit te verhelpen.
Gebruik een anti-trektuig dus alleen onder begeleiding van een kundige instructeur of gedragstherapeut. Of beter: leer je hond op een andere, diervriendelijke wijze niet te trekken.
Trainingstip:
Ga je met de hond trainen om het trekken aan de riem af te leren, doe dit dan niet direct aan het begin van de wandeling als de hond nog vol opgekropte energie zit. Laat hem eerst lekker snuffelen en rennen en begin daarna pas met oefenen. Op het moment dat de hond al wat energie kwijt is, zal hij zich beter kunnen focussen op jou en wat je hem wilt leren.

Waar kan je verder nog op letten?
Een tuigje dient praktisch, diervriendelijk en veilig te zijn. Het moet van stevig materiaal gemaakt zijn, niet snijden in de huid, sterke stiksels hebben en de ringen moeten van roestvrij materiaal gemaakt zijn. Daarnaast zijn er verschillen in gespen: in grootte, soort en al dan niet met een slotje.
Veel tuigjes hebben ringen op meerdere punten met eventueel een handvat om de hond aan vast te houden. Soms zijn ze aan de binnenkant gevoerd.
Een ander belangrijk punt is de manier van omdoen: veel honden vinden het niet prettig als het tuigje over het hoofd moet worden gehaald, let er dan op dat op dat de nekband open kan.
Het beste tuig
Het ideale harnas voor je hond is een Y-tuig dat voldoende bewegingsvrijheid geeft in de schoudergewrichten, niet knelt, sterk is en niet te zwaar van gewicht. Heb je een angstige viervoeter of een net een adoptiehond in huis? Dan raden we aan om te investeren in een goed passend anti-ontsnappingstuig of veiligheidstuig.